B1
Easy
Voornaamwoorden
Pronouns
In deze les leer je verschillende soorten voornaamwoorden die je helpen om personen of zaken aan te duiden zonder herhaling. Dit omvat persoonlijke, bezittelijke, aanwijzende, betrekkelijke, reflexieve en onbepaalde voornaamwoorden.
In this lesson you’ll learn different types of pronouns that help you refer to people or things without repetition. These include personal, possessive, demonstrative, relative, reflexive, and indefinite pronouns.
- Identify the various Dutch pronoun categories.
- Use pronouns correctly in sentences.
- Voornaamwoord: Pronoun
- Bezittelijk: Possessive
- Aanwijzend: Demonstrative
- Betrekkelijk: Relative
- Reflexief: Reflexive
- Onbepaald: Indefinite
| Nederlands (NL) | English (EN) | Français (FR) |
|---|---|---|
| Zij geeft haar boek aan hem. | She gives her book to him. | Elle donne son livre à lui. |
| Niemand weet het antwoord. | Nobody knows the answer. | Personne ne connaît la réponse. |
Tags
Voornaamwoorden
Pronouns
Grammatica
Grammar