A2
Easy
Voornaamwoorden in het Nederlands
Pronouns in Dutch
In deze les maak je kennis met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden in het Nederlands. Deze voornaamwoorden vervangen of verwijzen naar mensen, dingen of eigendom en zijn essentieel voor correcte communicatie.
In this lesson, you'll be introduced to personal and possessive pronouns in Dutch. These pronouns refer to people, things, or ownership and are essential for clear communication.
- Identify and use personal pronouns in Dutch sentences.
- Recognize and apply possessive pronouns correctly.
- Understand how pronouns change depending on sentence position and gender/number.
- Persoonlijke voornaamwoorden: Personal pronouns
- Bezittelijke voornaamwoorden: Possessive pronouns
Nederlands (NL) | English (EN) | Français (FR) |
---|---|---|
Ik hou van haar. | I love her. | Je l'aime. |
Dit is mijn boek. | This is my book. | Ceci est mon livre. |
Zij belt ons morgen. | She will call us tomorrow. | Elle nous appellera demain. |
Hun hond is oud. | Their dog is old. | Leur chien est vieux. |
Tags
Voornaamwoorden
Pronouns
Persoonlijke voornaamwoorden
Personal Pronouns
Bezittelijke voornaamwoorden
Possessive Pronouns
Grammatica
Grammar
Beginners
Starters