B1
Medium
WH-Vragen
WH-Questions

Leer WH-vragen vormen in tegenwoordige, verleden en toekomstige tijd.

Learn to form WH-questions in present, past, and future tenses.

  • Form WH-questions in all tenses.
  • Place verbs correctly after WH-words.
  • Use 'hoe' (how) and 'welke' (which) in questions.

  • WH-vraagwoord: Question word (who/what/where)
  • Inversie: Verb-subject swap

Nederlands (NL)English (EN)Français (FR)
Waar woon je?Where do you live?Où habites-tu ?
Wat heb je gisteren gedaan?What did you do yesterday?Qu'as-tu fait hier ?
Wanneer ga je op vakantie?When are you going on vacation?Quand pars-tu en vacances ?
Waarom was je boos?Why were you angry?Pourquoi étais-tu en colère ?
Wie heeft dit gemaakt?Who made this?Qui a fait ça ?
Hoe kom je hier?How do you get here?Comment viens-tu ici ?
Welke film wil je zien?Which movie do you want to see?Quel film veux-tu voir ?
Waar ben je geboren?Where were you born?Où es-tu né ?
Hoe laat begint de vergadering?What time does the meeting start?À quelle heure commence la réunion ?
Waarom zal hij niet komen?Why won't he come?Pourquoi ne viendra-t-il pas ?
Tags
Questions
WH-Questions
Word Order
Tenses