B1
Medium
Toekomende Tijd met 'Zullen'
Future Tense with 'Zullen'

Deze les behandelt de vorming en het gebruik van de toekomende tijd in het Nederlands, met nadruk op het hulpwerkwoord 'zullen'.

This lesson covers how to form and use the future tense in Dutch, with a focus on the auxiliary verb 'zullen'.

  • Form correct future tense sentences using 'zullen'.
  • Recognize inversion with time phrases and conjunctions.
  • Understand when to use 'zullen' in predictions, intentions, or promises.
  • Use future tense in combination with time expressions and conditional clauses.

  • zullen: will (auxiliary verb)
  • toekomende tijd: future tense
  • inversie: inversion (verb before subject)
  • bijzin: subordinate clause
  • scheidbaar werkwoord: separable verb

Nederlands (NL)English (EN)Français (FR)
Volgend jaar zullen wij naar Frankrijk reizen.Next year, we will travel to France.L'année prochaine, nous voyagerons en France.
Wanneer ik klaar ben met werken, zal ik je bellen.When I finish work, I will call you.Quand j'aurai terminé mon travail, je t'appellerai.
Morgen zal zij me helpen.She will help me tomorrow.Demain, elle m'aidera.
Zij zullen volgende maand hun nieuwe baan beginnen.They will start their new job next month.Ils commenceront leur nouveau travail le mois prochain.
Ik zal morgen mijn boek meenemen.I will bring my book tomorrow.J'apporterai mon livre demain.
Als het morgen regent, zullen wij thuisblijven.If it rains tomorrow, we will stay home.S'il pleut demain, nous resterons à la maison.
Volgende vrijdag zal hij het project afronden.He will finish the project by next Friday.Vendredi prochain, il terminera le projet.
Wij zullen volgend weekend onze grootouders bezoeken.We will visit our grandparents next weekend.Nous rendrons visite à nos grands-parents le week-end prochain.
Zij zal morgen de les uitleggen.She will explain the lesson tomorrow.Elle expliquera la leçon demain.
Om zes uur zullen zij aankomen.They will arrive at 6 p.m.Ils arriveront à six heures du soir.
Deze middag zal hij de auto repareren.He will fix the car this afternoon.Cet après-midi, il réparera la voiture.
Als het mooi weer is, zullen wij een wandeling maken.We will go for a walk if the weather is nice.S'il fait beau, nous ferons une promenade.
Als zij op tijd klaar zijn, zullen ze naar de vergadering gaan.They will attend the meeting if they finish on time.S'ils finissent à temps, ils iront à la réunion.
Ik zal je bellen zodra ik aankom.I will call you as soon as I arrive.Je t'appellerai dès que j'arriverai.
Morgen zal zij haar vriend(in) in het café ontmoeten.Tomorrow, she will meet her friend at the café.Demain, elle rencontrera son ami(e) au café.
Zij zullen aan het einde van de dag hun huiswerk afmaken.They will finish their homework by the end of the day.Ils termineront leurs devoirs avant la fin de la journée.
Wij zullen vanavond eten bestellen van het restaurant.We will order food from the restaurant tonight.Nous commanderons de la nourriture du restaurant ce soir.
Hij zal de e-mail versturen na de lunch.He will send the email after lunch.Il enverra l'e-mail après le déjeuner.
Zij zal vanavond haar hond uitlaten.She will take her dog for a walk this evening.Ce soir, elle sortira son chien.
Voor de gasten komen, zullen zij het huis schoonmaken.They will clean the house before the guests arrive.Avant l'arrivée des invités, ils nettoieront la maison.
Volgende zondag zullen wij een picknick houden in het park.We will have a picnic in the park next Sunday.Dimanche prochain, nous ferons un pique-nique dans le parc.
Dit weekend zal ik Nederlands studeren.I will study Dutch this weekend.Je vais étudier le néerlandais ce week-end.
Hij zal later de rekening betalen.He will pay the bill later.Il paiera l'addition plus tard.
Morgen zullen zij het definitieve plan beslissen.Tomorrow, they will decide on the final plan.Demain, ils décideront du plan final.
Wij zullen alles voorbereiden voor het feest begint.We will prepare everything before the party starts.Nous préparerons tout avant que la fête ne commence.
Vanavond zal zij een tafel voor het diner reserveren.She will book a table for dinner tonight.Ce soir, elle réservera une table pour le dîner.
Zij zullen volgende maand naar een nieuw huis verhuizen.They will move to a new house next month.Ils déménageront dans une nouvelle maison le mois prochain.
Wij zullen om acht uur ’s ochtends elkaar ontmoeten op het station.We will meet at the train station at 8 a.m.Nous nous retrouverons à la gare à huit heures du matin.
Hij zal de opdracht morgen afronden.He will complete the assignment by tomorrow.Il terminera la tâche demain.
Zij zal deze avond voor haar familie koken.She will cook dinner for her family this evening.Ce soir, elle préparera le dîner pour sa famille.
Tags
Toekomende tijd
Future Tense
Zullen
Werkwoorden
Verbs
Zinsstructuur
Sentence Structure
Grammatica
Grammar