B1
Medium
Voornaamwoordelijke Bijwoorden
Pronominal Adverbs
Deze les behandelt hoe 'er' wordt gecombineerd met voorzetsels om betekenisvolle zinnen te vormen zoals 'erop', 'erin', 'ermee'.
This lesson explains how 'er' combines with prepositions to form meaningful phrases like 'erop', 'erin', 'ermee'.
- Recognize and understand 'er' + preposition constructions in Dutch.
- Use pronominal adverbs like 'erop', 'erin', 'ervan', 'erover' in context.
- Distinguish between usage for objects (er) and people (personal pronouns).
- Ask questions using 'waar + preposition' correctly.
- Er: 'there' / placeholder pronoun
- Voorzetsel: Preposition
- Waar + voorzetsel: Interrogative construction (e.g. waarover)
- Hier/Daar + voorzetsel: Locational expression
Tags
Voornaamwoordelijke bijwoorden
Pronominal Adverbs
Er
Erop
Erin
Erover
Ermee
Grammatica
Grammar
Zinsstructuur
Waar
Voorzetsels