A2-B1
Medium
De en Het
De and Het

In het Nederlands heeft elk zelfstandig naamwoord een grammaticaal geslacht: het is een 'de-woord' of een 'het-woord'. Deze les helpt je deze categorieën herkennen en gebruiken.

In Dutch, every noun is either a 'de' or a 'het' word. This lesson helps you recognize and correctly use both categories.

  • Recognize the gender of Dutch nouns and their correct article.
  • Apply 'de' and 'het' with proper adjective agreement.
  • Identify common patterns for 'de-woorden' and 'het-woorden'.

  • De-woord: Common gender noun (uses 'de')
  • Het-woord: Neuter gender noun (uses 'het')
  • Lidwoord: Article
  • Zelfstandig naamwoord: Noun

Nederlands (NL)English (EN)Français (FR)
Het kind speelt.The child is playing.L'enfant joue.
De leraar geeft les.The teacher is teaching.Le professeur donne cours.
Het katje is schattig.The little cat is cute.Le petit chat est mignon.
De boeken liggen op de tafel.The books are on the table.Les livres sont sur la table.
De regering kondigde nieuwe regels aan.The government announced new rules.Le gouvernement a annoncé de nouvelles règles.
Het eten was heerlijk.The food was delicious.La nourriture était délicieuse.
De school is nieuw.The school is new.L'école est nouvelle.
Het idee was goed.The idea was good.L'idée était bonne.
De rode auto.The red car.La voiture rouge.
Een rood huis.A red house.Une maison rouge.
Het rode huis.The red house.La maison rouge.

Tags
De
Het
Lidwoorden
Articles
Zelfstandige naamwoorden
Nouns
Grammatica
Grammar