Perfectum (Tegenwoordige Voltooide Tijd)

Intermediate

Perfect Tense (Present Perfect)

Het perfectum wordt gebruikt voor handelingen die in het verleden zijn voltooid, maar nog steeds effect hebben op het heden, of wanneer het gaat om ervaringen of recente gebeurtenissen.

The perfect tense is used for actions completed in the past that still have relevance to the present, or for experiences and recent events.

Recognize when to use the perfectum in Dutch.
Form correct present perfect sentences using 'hebben' or 'zijn'.
Understand verb placement in perfect tense clauses.

Perfectum: Present perfect tense
Hulpwerkwoord: Auxiliary verb
Voltooid deelwoord: Past participle
Tegenwoordige tijd: Present tense
Onvoltooide tijd: Imperfect tense
Zijn: to be
Hebben: to have

Nederlands (NL)	English (EN)

Learning Objectives

Terminology

Examples

Resources